DE
LEVENDE DINGEN VAN JOHAN RUMPT
Johan
Rumpt is geen gewone beeldhouwer; hij hakt niet in steen, boetseert
niet met klei. Hij maakt geen traditionele beelden. Vooral de
verbanden tussen mensen en dingen vindt hij belangrijk.
Mensen
hanteren dingen als gereedschappen om
iets
te maken of te bewerken. Ze maken dingen om te gebruiken, maar ook
om hun status ermee te verhogen. Ze gebruiken dingen als
containers om iets in te vervoeren of erin op te bergen. Maar
dingen functioneren ook als aanvullingen op het
lichaam, zoals protheses, of de smartphones die tegenwoordig aan
mensen vastgegroeid lijken te zitten.
Hoewel
Johan al deze verbanden belangrijk vindt, staat voor hem de
containerfunctie van mensen en dingen voorop. Het menselijk lichaam
ziet hij als een door huid omsloten container gevuld met ingewanden
en botten, die van het lichaam losgemaakt ook dingen zijn. Sommige
van zijn beelden lijken dan ook op organen, andere hebben iets weg
van ledematen of protheses. Zelfs als ze de hele, menselijke
gestalte tonen, zijn de beelden meer dingachtig dan echte mensen.
Hoofd of armen ontbreken meestal en vaak vertonen ze een globale
gestalte die aan in losse gewaden geklede mensen doet denken.
Deze
beelden hebben organische, aan levende wezens gerelateerde vormen,
maar zijn samengesteld uit industrieel geproduceerde dingen, zoals
plastic gebruiksvoorwerpen. Zowel voor de ‘vulling’ als de
‘huid’ van zijn beelden gebruikt Johan vaak plastic die
overvloedig aanwezig is. Amorfe materialen, zoals plastic, hebben
zijn voorkeur, omdat ze in vloeibare staat in mallen gegoten kunnen
worden en zo allerlei vormen kunnen aannemen.
Soms
maakt Johan zijn beelden met de hand door industrieel geproduceerde
dingen te ontleden, de onderdelen op nieuwe manieren samen te
stellen en de assemblages net zolang te bewerken totdat ze een
levende huid verkrijgen. Grotere assemblages toont hij als
volwaardige beelden. Kleinere die bijvoorbeeld uit doppen,
handvatten en stukjes buis zijn samengesteld, giet hij in aluminium
af (‘Handstukken’, 2014). Hiervoor gebruikt hij aluminium
motorblokken van auto’s die hij omsmelt en in mallen giet.
Johan
Rumpt ontwerpt echter ook machines die hem helpen om beelden te
maken. Ze zijn samengesteld uit onderdelen van boilers,
ventilatoren, verwarmingsbuizen en werken met kleine motoren, zoals
de ‘Plastic Poeper’ uit 2018. Nadat de machine plastic korrels
heeft omgesmolten, brengt Johan het vloeibare materiaal via een
spuitmond op etalagepoppen aan, zodat na het lossen netachtige
huiden van lege menselijke gestalten achterblijven. De ‘Plastic
Poeper’ heeft een soort biologische spijsvertering en lijkt ook op
een primitieve 3d printer, waardoor het menselijke en het
dingachtige hier weer samenkomen.
Deze
machines en wat ze produceren zijn dus met elkaar verwant. Johan is
geïnteresseerd in industriële processen, zoals het vacuümzuigen,
waarmee normaliter verpakkingsmateriaal wordt geproduceerd. Deze
techniek gebruikt hij om van zijn assemblages die uit kleine
onderdelen van gebruiksvoorwerpen bestaan, reliëfs te maken. De
‘vacuüm-machine’, die hij hiervoor ontwierp, zorgt ervoor dat
een verwarmde plaat plastic de vormen van de assemblage aanneemt,
waarna het afgekoelde reliëf gelost kan worden (‘Blister 1, 2’,
2022). Zo'n reliëf komt als een huid over, gemaakt van dingen die
we dagelijks gebruiken en waarmee we betekenis geven aan de
werkelijkheid en aan onze rollen daarin.
Johan
Rumpt toont ons die werkelijkheid door zijn visie op de relaties
tussen mensen en dingen en tussen de handmatige en industriële
productieprocessen in beelden om te zetten. Vroeger meenden we alles
voor menselijke doeleinden te mogen gebruiken en doordat we dit op
enorme schaal doen, dreigen we de aarde uit te putten en onleefbaar
te maken. Toch kunnen we er niet zomaar mee ophouden; om te
overleven moeten we handelen. Een van die handelingen is het
recyclen van bestaande dingen, zodat we geen grondstoffen meer aan
de aarde hoeven te onttrekken. Gerecyclede materialen kunnen we
gebruiken om ermee te bouwen, om er nieuwe gebruiksdingen van te
maken, maar we kunnen ze ook tot kunstdingen opwaarderen, zoals
Johan Rumpt dat doet. Dergelijke kunstdingen blijven ons
herinneren aan de ongeremde tijden die we achter ons moeten laten
en tonen ons mogelijkheden om het bestaande steeds op
nieuwe manieren te vorm te geven.
KATALIN
HERZOG, juni 2022